H0ModelTrainMaster
ESU Class 151 in H0 -31035 - 31036-31037-31038
ESU Class 151 in H0 -31035 - 31036-31037-31038
Kan beschikbaarheid voor afhalen niet laden
Elektrische locomotief BR 151 – Krachtige zesasser voor zware goederentreinen
Beschikbare varianten (verwacht Q4/2025)
| Artikelnummer | Uitvoering | Tijdperk | Prototypejaar | Systeem | Decoder | Verwachte levering |
|---|---|---|---|---|---|---|
| 31035 | BR 151 070 DB, oxidgroen | IV | ca. 1988 | DC/AC | LokSound, digitale pantografen | Q4 2025 |
| 31036 | BR 151 088 DB, crème/blauw | IV | ca. 1988 | DC/AC | LokSound, digitale pantografen | Q4 2025 |
| 31037 | BR 151 087 DB, verkeersrood | V | ca. 2003 | DC/AC | LokSound, digitale pantografen | Q4 2025 |
| 31038 | BR 151 162004 Hectorrail, grijs/oranje | VI | ca. 2020 | DC/AC | LokSound, digitale pantografen | Q4 2025 |
Aan het eind van de jaren zestig bleek dat de Deutsche Bundesbahn (DB) een elektrische locomotief miste die geschikt was voor snelle goederentreinen. De vierassige BR 140 mocht slechts 110 km/u rijden en de zesassige BR 150 zelfs maar 100 km/u, wat bovendien zorgde voor extra slijtage aan het spoor. Met de invoering van de Trans-Europe Express Marchandises (TEEM)-diensten, waarvoor hogere snelheden vereist waren, voldeed geen van beide locomotieven nog aan de eisen.
Daarom besloot de DB een zware goederentreinlocomotief te ontwikkelen, gebruikmakend van componenten uit de toen hypermoderne BR 103 en de meersysteemlocs BR 181 en 184. De ontwikkeling lag in handen van Henschel en Krupp, die in slechts twee jaar tijd de indrukwekkende BR 151 wisten te realiseren.
Het onderstel was grotendeels gebaseerd op dat van de 200 km/u snelle BR 103, terwijl de WB 372-22 tractiemotoren hun betrouwbaarheid al hadden bewezen. Ook de DBS 54-pantografen en andere componenten waren beproefde technologie.
Om de locomotief zo veelzijdig mogelijk te maken, werd de BR 151 voorzien van treinverwarming, weerstandsrem, duw-trekbesturing en meervoudige tractie. Hierdoor werd de loc niet alleen ingezet voor zware goederentreinen, maar ook voor regionale reizigerstreinen en sneltreinen in heuvelachtige gebieden.
Met de komst van de driefasige AC-techniek verdween de BR 151 geleidelijk uit het hoofdverkeer, maar haar reputatie als betrouwbare krachtpatser bleef bestaan. Sinds de jaren 2010 zijn veel exemplaren buiten dienst gesteld of verkocht aan RBH en particuliere spoorwegmaatschappijen zoals Hectorrail. In 2025 zijn er nog altijd meer dan vijftig locomotieven operationeel — een bewijs van hun duurzame ontwerp en robuuste techniek.
Modelkenmerken
-
Volledig metalen behuizing en chassis
-
Meerdelige draaistellen met echte veren en talrijke aangezette details
-
Separaat aangebrachte reminstallatie met remschoenen op wielhoogte
-
Fijn aangezette handgrepen en leidingen
-
Koppeling met kortkoppelmechanisme en NEM-schacht
-
Krachtige klokankermotor met twee vliegwielen
-
Aandrijving via cardan/wormwiel op drie assen, met vier antislipbanden
-
LokSound 5-decoder voor DCC, Motorola®, M4 en Selectrix
-
Automatische aanmelding bij centrales met RailComPlus® of mfx®
-
PowerPack energiebuffer voor storingsvrije stroomvoorziening
-
Twee hoogwaardige luidsprekers voor optimaal geluidsbeeld
-
Universele elektronica met verwisselbare sleper voor 2-rail/3-rail gebruik
-
Digitaal bedienbare pantografen, individueel op/neer te bewegen
-
Sensorgestuurde bocht- en remgeluiden, inclusief remgeluid bij stilstand
-
Richtingsafhankelijke front-/sluitverlichting, digitaal schakelbaar
-
Rangeer-, cabine-, bedieningspaneel- en machinekamerverlichting
-
Realistische remschittering bij hard remmen
-
Minimale boogstraal: 360 mm
-
Lengte over buffers: 224,1 mm
Share
